“Uit de praktijk” is een nieuwe rubriek op onze website. Zoals de naam al doet vermoeden, lees je hier verhalen uit onze dagelijkse praktijk. Het zijn opvallende, ontroerende, interessante, unieke onderwerpen, die een mooi kijkje geven in het reilen en zeilen binnen een psychologenpraktijk in het algemeen en onze praktijken in Zeist en Driebergen in het bijzonder. Elke maand kun je een nieuwe “Uit de praktijk” verwachten.

Vanmorgen kwam ik met één van mijn patiënten in gesprek over onze dwarse kant. Ze kende bij zichzelf de behoefte om gewoon niet te doen wat ze moest doen. Het maakte niet uit of het iets leuks was of niet. Ze had gewoon meer zin in nee zeggen. Zo kwamen we op het wonderlijke gedrag van haar twee-jarige dochter die er een groot genoegen in leek te scheppen niet te doen wat van haar gevraagd werd. Als je zei “kom eens hier” dan liep ze hard de andere kant op en als je zei “ga weg” dan kwam ze juist naar je toe. Mijn patiënte had zelf ontdekt dat als je nu maar het tegendeel vroeg je als ouder gewoon je zin kreeg.

Peuters lijken volop te experimenteren met hun eigen wil. Niet wat ze willen lijkt centraal te staan maar dat zij het willen. Wij noemen dat de behoefte aan autonomie. De behoefte het gevoel te hebben dat wij zelf kunnen bepalen wat we doen.

Mijn patiënte merkte ook dat ze zelf problemen heeft met haar autonomie. Als een ander haar iets vroeg te doen zei ze zelden “nee’. Als ze iets van zichzelf moest kreeg ze juist wel een nee. Zo kwamen we met elkaar in gesprek hoe haar ouders nu eigenlijk waren omgegaan met haar als peuter. Ze kon zichzelf daar niet zo veel van herinneren, maar wat ze wel wist was dat haar ouders werkelijk geen lol in het dwarse gedrag van haar dochtertje konden zien. Als grootouders wisten ze zich geen raad. Of ze negeerden het maar gewoon of ze dwongen haar te doen in wat zij meenden dat moest.

Als ze zo ook met mijn  patiënte waren omgegaan, dan zal ze zich met haar dwarse kant niet zo welkom voelen in deze wereld. Immers als je ouders een aspect van jouw persoonlijkheid niet verwelkomen dan helpt dat niet echt om dat deel ook als waardevol te leren kennen. Op basis van deze gedachte realiseerde zij zich plots dat als een ander haar iets vroeg ze haar dwarse kant verstopte. Ze zou niet snel iets zeggen als “met frisse tegenzin wil ik het wel doe” of “moet dat nu echt” of “dat kan ik niet goed combineren met mijn andere werkzaamheden”. Zelfs als ze zich uitgeput voelde slaagde ze er maar zelden in haar tegenzin een plaats te geven.

Ze vond het moeilijk om haar dwarse kant, haar autonomie, als iets waardevols te zien. Of er mee te spelen. Gelukkig kan ze dat wel met haar peuter-dochter. Voor de volgende keer gaan we kijken of ze wat meer open kan gaan staan voor de peuter in zichzelf. Te geloven dat het een waardevol onderdeel is van onze persoonlijkheid. Niet dat je altijd je zin moet of kan hebben, maar wel dat die er altijd mag zijn, welkom is.

Geschreven door Willem Barents